Wandelen met de hond - komt je hond als je roept?

In het Verenigd Koninkrijk wordt al jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar het welzijn van huisdieren. Recentelijk werd het onderzoek uit 2022 gepresenteerd. Gisterenavond woonde ik een webinar bij waarin het PDSA PAW Report 2022 gepresenteerd werd. Wat hoorde ik? Meer dan 10% van de eigenaren is tijdens het wandelen bang dat hun hond niet komt als hij geroepen wordt!
Maar eerst even over het onderzoek: In het onderzoek komen de verschillende factoren aan bod die bijdragen aan het welzijn van het huisdier. Hier en nu wil ik even inzoomen op het gedeelte dat gaat over het wandelen met de hond. Goede wandelingen zijn erg belangrijk voor het welzijn van de hond. En hier volgen wat cijfertjes en al die cijfertjes zeggen iets over wat belangrijk is voor hond: 75% van de honden krijgt tijdens wandelingen de mogelijkheid om onbeperkt te snuffelen en de omgeving te ontdekken; 69% heeft actief contact (interactie) met andere honden tijdens de wandeling; 67% heeft contact met andere mensen tijdens de wandeling; 64% kan los-lopen of aan een lange lijn vrij rondlopen; 56% is in staat om andere honden te vermijden; 53% van de honden heeft een actieve interactie met de eigenaar via spelletjes of training tijdens de wandeling; en 51% krijgt de mogelijkheid om onbekende mensen te ontlopen. Al deze dingen zijn belangrijk voor een hond om een goed leven te hebben. Uit het onderzoek blijkt ook dat 6% van de honden geen van deze mogelijkheden.
Even over het contact tussen hond en eigenaar tijdens de wandeling: 23% van de honden en eigenaar hebben geen contact met elkaar tijdens de wandeling; ik vraag me dan af waar is de eigenaar mee bezig? Met werk, een podcast beluisteren, bellen, appen? En dan te weten dat het spelletje 'komen als je geroepen wordt' een heel leuk spelletje is.
Laat ik eens inzoomen op die interactie met honden en mensen en dan vooral die interactie die de hond niet wil omdat hij het angstig of spannend vindt. Weg kunnen als je de interactie niet wil is dan heel belangrijk, vaak lukt dat niet., zo blijkt ook uit het onderzoek. Wist je dat zo'n verplichte interactie (het niet uit de weg kunnen gaan) één van de belangrijkste oorzaken is van uitvallen tijdens het wandelen?
Het onderzoek heeft ook aandacht voor de eigenaren: hoe ervaart de eigenaar de wandeling? En dan zegt 45% dat ze zich op en of andere manier zorgen maken tijdens de wandeling. Een aantal van de zorgen heeft te maken met gedrag, het gedrag van de eigen hond of het gedrag van andere honden: zo is 17% van de eigenaren bang dat hun hond door een andere hond wordt aangevallen; 11% van de eigenaren is bang dat hun hond niet komt als hij geroepen wordt; 10% maakt zich zorgen om het gedrag van hun, zoals uitvallen naar andere honden; en 6% ervaart dat hun hond te sterk voor ze is en/of te veel trekt aan de lijn. En dan te bedenken dat je veel van dit ongemak kunt aanpakken. Eentje hiervan krijg je van mij cadeau: de hand-out 'komen als je geroepen wordt'. Klik op de link dan kun je de hand-out downloaden zodat je je hond in 9 stappen kunt leren dat hij bij is en naar je toekomt als je zijn naam roept.

Blij bij de dierenarts 3 - samenwerken

Alle huisdieren moeten regelmatig naar de dierenarts, maar menig huisdier vindt dit geen pretje. FearFree is er o.a. op gericht om de angst bij de dierenarts te verminderen. Hier kan de dierenarts zelf aan bijdragen maar je kunt dat als eigenaar ook! Als we dit goed doen, dan kan het bezoek aan de dierenarts zelfs iets leuks worden.

In het derde blog van deze serie "Zonder stress naar de dierenarts" gaan we het hebben over samenwerken met de dierenarts. Door je hond, kat, konijn of knaagdier speciaal gedrag te leren krijgt je huisdier controle over de situatie en is het allemaal veel minder spannend. In het Engels noemen ze dat cooperative behaviour. De samenwerking heeft een aantal doelen: 1) je huisdier leert om rustig stil te blijven staan als er iemand aan hem zit; 2) je huisdier weet wat hij kan verwachten waardoor hij minder angstig is; 3) je huisdier leert dat hij zelf kan aangeven als hij even pauze nodig heeft zodat hij tussentijds kan herstellen en dit alles resultaat in 4) een meer voorspelbare situatie en controle van de situatie voor je huisdier. In de samenwerking kan je huisdier via het geoefende gedrag vertellen - door zijn lichaamstaal - dat een korte pauze in het onderzoek nodig is.

Samenwerken kan eruit bestaan dat je hond netjes stil blijft staan terwijl hij wordt aangeraakt en onderzocht, dat hij zijn poten kan optillen als deze onderzocht moeten worden en zelfs dat hij zijn bek opendoet zodat het gebit gecontroleerd kan worden. Ik ga hier niet alles uitwerken, maar ik ga wel uitleggen wat het betekent voor je huisdier. In deze uitleg ga ik er vanuit dat we je huisdier leren stilstaan de basis van het samenwerken: we leren de hond een 'chin rest' en de kat leren we om naar een potje te kijken. Het 'kijken naar een potje' is eigenlijk voor alle huisdieren geschikt, ook voor de hond. Hieronder volgt een korte uitleg, als je een gedetailleerd plan wil hebben, laat dat dan even weten via een berichtje, dan stuur ik dat naar je toe.

In de beschrijving maak ik gebruik van een geconditioneerde 'yes' met wat lekkers en het is nodig - als je huisdier dat nog niet geleerd heeft om dit eerst te leren: om het 'yes' en het snoepje aan elkaar te koppelen door dit apart te oefen zodat je hond/kat leert dat 'yes' betekent dat er iets lekkers aan komt. Dit is hetzelfde principe als de clickertraining en werkt ook prima voor knaagdieren en konijnen.

We leren je huisdier om stil te staan, we gaan ze dus belonen voor het niets doen terwijl ze worden aangeraakt. Doorgaans belonen we onze huisdieren als ze een specifieke beweging moeten maken zoals zit, lig of volg. We vragen dus echt iets anders van ze en voor sommige dieren is dat echt even wennen. Het is heel belangrijk om al het gedrag eerst in een bekende omgeving - thuis - te oefenen, zodat je huisdier de basis kent voordat hij het buiten de deur en uiteindelijk bij de dierenarts gaat doen. Het gedrag moet een spelletje zijn en in het leren gaan we van een vertrouwde omgeving naar een omgeving die steeds meer afleiding geeft.

In een 'chin rest' legt je hond zijn kin op een handdoek op schoot of in je hand en dat kan hij lang vol houden. Voordeel van het handdoekje is dat je hond meteen weet, zodra hij het handdoekje ziet, wat er van hem verwacht wordt. De situatie is dan dus meteen voorspelbaar en vertrouwd. De hand als rustpunt heeft het grote voordeel dat je die altijd bij je hebt en overal kunt toepassen. De meeste honden vinden het heerlijk om hun kin op je hand of schoot te leggen, ze doen dat uit zichzelf. Door dit bestaande gedrag te belonen met een rustige 'yes' en wat lekkers leert je hond dat het handdoekje en het neerleggen van zijn kin beloond wordt. Daarna hoef je dit gedrag dus alleen maar gevarieerd te belonen ('goed zo, 'yes' en lekkers afwisselen) en te verlengen. Verlengen kan eenvoudig doordat je de beloning gaat vertragen en die vertragingsduur gaat variëren. Via de gevarieerde beloning houdt je contact met je hond.
Als dit goed gaat, als jullie met z'n tweeën zijn, kun je andere mensen laten meedoen. Vergeet niet dat ze andere mensen kunnen begroeten. De andere mensen - tip: eerst huisgenoten en dan bekenden van de hond - gaan hem aanraken. Eerst kort en op fijne plekjes, later langer en/of op minder fijne plekjes. Als je hond de aandacht voor de 'chin rest' verliest houdt de aanraking op. Let dus goed op je gedrag van je hond en instrueer de persoon die je hond aanraakt.

Voor de kat heb je een dekentje en een potje met snoepjes nodig. Je begint met het dekentje op de grond en wat snoepjes op het dekentje. De meeste katten hebben de snoepjes niet eens nodig, omdat ze het dekentje al interessant genoeg vinden om te bekijken. Je beloont je kat op het dekentje met wat lekkers. Zodra je kat geleerd heeft dat hij op dekentje lekkers krijg kun je het lekkers ook af en toe weggooien, zodat hij het moet gaan halen en weer terugkomen. Zodra je kat gewend is om naar het dekentje toe te komen zet je het potje met lekkers op het kleedje en zorg je voor lekkers in de hand. Zodra je kat naar het potje kijkt zeg je 'yes' en krijgt hij wat lekkers uit je hand. Het gaat om het kijken naar het potje. Als je kat het doorheeft kun je de duur verlengen en variëren. Varieer de plek van het dekentje: leg het ook eens op een tafel, in een andere kamer, of buiten in de tuin, zodat je kat leert, dat het dekentje betekent dat hij erop moet gaan staan. Zo leert je kat om rustig op het kleedje te staan en naar het potje met lekkers te kijken. Nu heb je weer een huisgenoot nodig (of iemand anders die de kat goed kent) en dan kan de ander de kat kort aanraken, eerst op fijne plekken, later op niet fijne plekken. En ook nu geldt weer: als je kat de aandacht verliest, houdt het aanraken op.

In deze samenwerking betekent het verlies van aandacht bij het spelletje door je huisdier dat hij even pauze wil en dat stopt het aanraken en bij de dierenarts stopt dan het onderzoek, zodra je je dier weer aandacht heeft voor het spelletje kan de aanraking weer doorgaan. Let op: het is belangrijk om te blijven belonen met 'yes', 'goed zo' en af en toe wat lekkers én om rustig te blijven. Belangrijk: we gaan het samenwerking niet woordelijk vragen door een commando, de setting gaat het gedrag oproepen en je huisdier wordt beloond voor het richten van zijn aandacht.

Je huisdier leert zo om stil te blijven staan en zijn aandacht ergens op te richten. Doel is dat je huisdier rustig blijft staan. Zelf blijf je verantwoordelijk voor het contact met je huisdier en het belonen van de samenwerking. Je zult zien dat als je huisdier de aanraking te veel vindt, dat hij zijn aandacht verliest, dat is het stop-signaal de persoon die aan je hond/kat zit. Deze persoon moet nu ophouden en jij moet dat vertellen. Goed blijven opletten, dus. Zodra je hond/kat weer de aandacht zoekt, zijn kin neerlegt of naar het potje kijkt, kan het aanraken weer verder gaan. Zo leert je huisdier invloed uit te oefenen op de situatie.

Zie je wat er gebeurt? Jullie werken samen om het onderzoek goed te laten verlopen bij de dierenarts. Uiteindelijk is het de dierenarts die onderzoekt, maar door thuis te oefenen, weet je dier wat er gebeurt en dat het ophoudt als hij zelf zijn aandacht verlegt en zijn gedrag verandert.

Blij bij de dierenarts 2 - een nette begroeting

Alle huisdieren moeten regelmatig naar de dierenarts, maar menig huisdier vindt dit geen pretje. FearFree is er o.a. op gericht om de angst bij de dierenarts te verminderen. Hier kan de dierenarts zelf aan bijdragen maar je kunt dat als eigenaar ook! Als we dit goed doen, dan kan het bezoek aan de dierenarts zelfs iets leuks worden.

In het tweede blog van deze serie "Zonder stress naar de dierenarts" gaan we het hebben over het een nette begroeting door je hond, kat, konijn of knaagdier. Een nette begroeting? Wat is dat nu? Als je thuis je hond of kat leert om iemand te begroeten met een pootje geven of een high five, dan kan dat bij de dierenarts ook. En wist je dat je een konijn kunt leren om op zijn achterpoten te gaan staan, en ook een knaagdier kun je een begroetingsritueel leren. Ik zal je uitleggen waarom een 'nette begroeting' helpt om het bezoek aan de dierenarts tot een fijn uitje te maken.

Meestal is een bezoek aan de dierenarts een spannende en onvoorspelbare gebeurtenis. Wanneer je je huisdier iets leert wat hij/zij kan doen bij de dierenarts, dan ontstaat er meteen ontspanning omdat je dier weet wat er van hem/haar verwacht wordt en dat hij/zij iets mag doen wat bekend is. De setting is dan meteen veel minder onvoorspelbaar en oncontroleerbaar. In een onbekende situatie werkt het ontspannend om iets te doen wat bekend is, zeker als dat bekende héél bekend is. Het is fijn om terug te vallen op iets dat vertrouwd is. Voor ons werkt dat ook zo, wanneer we iemand ontmoeten die we nog nooit eerder gezien hebben, dan is het fijn om een hand te geven, je naam te zeggen, en te vragen 'hoe gaat het met je?' of een ander standaard zinnetje. Dat is zo vertrouwd dat we daar niet eens meer over hoeven na te denken: het eerste woord is eruit en dan kan daarna vanzelf het gesprek ontstaan. Zo werkt dat ook voor je huisdier. De begroeting is geweest, de spanning is eraf en dan kan de interactie, zoals een onderzoek, beginnen.

Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk om er voor te zorgen dat je hond of kat al leert om een high five te doen of een pootje te geven, ruim voordat je naar de dierenarts gaat. Gelukkig is dat niet zo moeilijk. Mocht je hier wat extra tips bij nodig hebben, stuur me gerust een berichtje, dan help ik je op weg. Leren doe je in een rustige en vertrouwde omgeving en als het daar goed gaat, dan ga je steeds meer afleiding toevoegen en uiteindelijk lukt het dan ook bij de dierenarts. Tip voor de high five van de kat: leer het de kat op tafel, en laat het de kat op allerlei verhogingen een high five maken, dan is dat uiteindelijk ook niet zo moeilijk om het bij de dierenarts te doen. Er zijn zelfs katten die dit zo goed kunnen, doordat ze eerst thuis geoefend hebben met allerlei verschillende mensen, dat ze zelfs een high five aan de dierenarts geven. En laten we wel weten: hoe stoer is dat: een kat die een high five geeft aan de visite en aan de dierenarts.

Mocht de high five voor je kat een brug te ver zijn, dan is er ook nog wel een ander kunstje: zitten op een dekentje. En een hond, konijn of knaagdier kan dit natuurlijk ook leren. Om het bij de dierenarts te gebruiken is het wel aan te bevelen om een dekentje, of liever nog, een matje te gebruiken dat niet wegglijdt. Een stukje van een oude yogamat kan heel goed. Oefenen is heel eenvoudig. Zorg dat je kat in de buurt is, leg het matje op de grond of op de tafel, en leg er wat lekkers op. Je kat zal het zelf komen halen. Leg nog een paar keer wat lekkers op het matje, zodat je kat snel leert dat het matje betekent dat hij/zij wat lekkers krijgt. Als je klaar bent haal je het matje weer weg. Als je dit regelmatig herhaalt, dan zal je kat vanzelf op het matje lopen, en als je ook nog oefent dat je kat op het matje gaat zitten, zodra je het matje neerlegt, dan is dat helemaal knap. Oefen dit in allerlei omstandigheden en uiteindelijk zal het ook werken bij de dierenarts. Als je tips wilt om dit aan je kat te leren zitten, stuur me gerust een berichtje.

En heel belangrijk! als je bij de dierenarts bent, zeg dan tegen de dierenarts: mijn hond/kat wil je een pootje geven, een high five maken of kan mooi op een matje zitten zullen we dat samen even doen? En soms is er best een beetje moed voor nodig om dat te zeggen en samen te doen! Oh ja, vergeet niet dat je een passende beloning (iets heel erg lekkers) bij je hebt. Je hond/kat verdient het.

Wist je trouwens, dat je aan de reactie van je huisdier op het lekkers ook kunt zien of je hond of kat extra gestresst is. Als hij/zij het lekkers niet wil hebben - wat hij/zij normaal wel wil hebben - dan kan dat veroorzaakt worden door stress. De meeste huisdieren houden op met eten als ze erg gestresst zijn.

Blij bij de dierenarts 1 - het spaarvarkentje

Alle huisdieren moeten regelmatig naar de dierenarts, maar menig huisdier vindt dit geen pretje. FearFree is er o.a. op gericht om de angst bij de dierenarts te verminderen. Hier kan de dierenarts zelf aan bijdragen maar je kunt dat als eigenaar ook! Als we dit goed doen, dan kan het bezoek aan de dierenarts zelfs iets leuks worden.

In de eerste blog van deze serie "Zonder stress naar de dierenarts" gaan we het hebben over het spaarvarkentje van je hond, kat, konijn of knaagdier. Als we het over het spaarvarkentje hebben, dan hebben we het over de goede en minder goede ervaringen van je huisdier. Hoe meer goede ervaringen je dier heeft in een specifieke setting, hoe beter je dier er tegen kan als de ervaring een keer minder goed is. Daarbij is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de eerste ervaringen goed zijn. Iedere goede ervaring betekent centjes in het spaarvarkentje, en als er dan een slechtere ervaring aankomt, dan kunnen we met een gerust hart wat centjes uit het spaarvarkentje missen. Echter, als de eerste ervaring slecht is, dan hebben we heel veel goede ervaringen nodig om het spaarvarkentje weer te vullen.

Voorbeeld 1. Goede ervaringen voor je kat - het vullen van het spaarvarkentje
Veel katten gaan in een reismand naar de dierenarts. Door van te voren de kat heel veel positieve ervaringen rondom de reismand te geven via spel en lekkers leert de kat dat de reismand fijn is. Door met de reismand op stap te gaan, zonder dat allerlei spannende gebeurtenissen zijn, waarbij dus andermaal allerlei leuke dingen gebeuren, leert je kat dat op pad gaan met de reismand oké is. Wanneer jullie daarna naar de dierenarts gaan, zal je kat het reizen met de reismand niet vervelend vinden en bovendien zal je kat de reismand als vertrouwd ervaren. De kat begint dus heel ontspannen aan het consult bij de dierenarts. Bij de dierenarts zal het geheel dus veel minder stressvol zijn omdat de start goed. En zelfs als ervaring bij de dierenarts minder goed is, dan nog zal de kat de reismand en het reizen niet als vervelend ervaren. Het spaarvarkentje van je kat was goed gevuld en daar kunnen we beste wat centjes uithalen zonder dat er problemen ontstaan.
Als je kat niet gewend is aan die reismand, het reizen en de dierenarts, dan krijgt je kat overral stress van. Doordat er niet geoefend is en de kat dus geen leuke ervaringen heeft, halen we centjes uit het spaarvarken, terwijl er nog niets in zit. Resultaat: we staan meteen in het rood. Een volgende keer wordt het nog veel moeilijker om naar die dierenarts te gaan.
Voor toekomstige goede ervaringen is het dus belangrijk dat je kat leert dat de reismand fijn is, dat reizen, oké is omdat ze dan niet tijdens het reizen stress opbouwt en zo ontspannen bij de dierenarts aan komt. Het is belangrijk om van te voren het spaarvarken te vullen, zodat we er zonder problemen centjes uit kunnen halen als er toch stress of angst zou ontstaan.

Voorbeeld 2. Goede ervaringen voor je hond - het vullen van het spaarvarkentje
Bij veel dierenartsen kun je op puppy-bezoek of kennismakingsbezoek met je hond nog voordat je hond wordt onderzocht of zijn inentingen krijgt. Wanneer we zo'n bezoek extra leuk leuken, bijvoorbeeld door je hond via snuffelen allerlei lekkers te laten zoeken in de wachtkamer en de spreekkamers, heeft je hond heel veel goede ervaringen bij de dierenarts. Het spaarvarkentje wordt goed gevuld.
Je kunt ook met je hond op de parkeerplaats van de dierenarts spelletjes doen, ook dat geeft positieve ervaringen.
Door een paar keer naar de dierenarts te rijden (wandelen) en daar leuke dingen te doen, vult het spaarvarkentje van je hond zich. Bovendien leert je hond dat dit leuke ervaringen zijn en zal hij dus ontspannen zijn als hij de dierenarts bezoekt. En zelfs als het daadwerkelijk bezoek toch spannend is, dan is zijn spaarvarkentje goed gevuld, zodat je hond dat kan incasseren.

Voorbeeld 3. Uit eigen ervaring - het vullen van het spaarvarkentje
De eerste ervaringen met de kachel of een open vuur waar je je handen aan kunt branden. Wanneer je eerste ervaring met de kachel of het open vuur een verbrande hand is, dan blijf je altijd wat angstig voor een kachel of het open vuur. Eerste negatieve herinnering komt hard aan. Wanneer je veel goede ervaringen hebt met de kachel of een open vuur, dan is het helemaal niet erg als je nadien een keer je handen brandt. De positieve ervaringen overheersen die enkele negatieve ervaringen. De goede ervaringen vullen het spaarvarkentje, de negatieve halen er wat centjes uit. Hoe voller je spaarvarkentje hoe beter je bestand bent tegen negatieve ervaringen.

In en uit de lock down

Met je huisdier in en uit de lock-down

De beperkingen van de (gedeeltelijke) lock down zijn niet gemakkelijk voor ons. Ook onze huisdieren merken dat we meer thuis zijn. En waar we vol verwachting uitkijken naar het vaccin om ons gewone leven op te kunnen pakken, zullen zij straks ook merken dat we weer minder thuis zijn. Niet ieder huisdier reageert hetzelfde op de veranderende omstandigheden. De veranderingen kunnen een aanleiding zijn voor het ontwikkelen van probleemgedrag. Onderzoek heeft aangetoond dat huisdieren in deze tijd meer aandacht krijgen, meer geknuffeld worden, dat er meer met ze gespeeld wordt en dat ze vaker iets lekkers tussendoor krijgen. Uit onderzoek blijkt ook dat probleemgedrag is toegenomen, niet bij alle dieren, maar vaak wel bij dieren die al eerder wat kleine problemen gaven. Zo is te zien dat honden meer zijn gaan blaffen, gevoeliger zijn geworden voor geluid, meer agressie zijn gaan vertonen - waaronder agressie naar ander honden – en dat ze bij afwezigheid van de eigenaren zowel honden als katten gedrag zijn gaan vertonen dat verwijst naar verlatingsangst. Ook geven veel eigenaren te kennen dat het dier vaker om aandacht vraagt. Gelukkig geven de meeste huisdieren niet tot nauwelijks problemen.
We hopen natuurlijk dat we weer gauw ons leven van toen kunnen oppakken. Kunnen we onze huisdieren daarop voorbereiden? En kunnen we meteen, het eventueel ontstane probleemgedrag aanpakken? Ja, dat kan. Mochten problemen verergeren of al ernstig zijn, neem dan altijd contact op met de dierenarts en een gedragsdeskundige die ervoor geleerd heeft om u en uw huisdier te helpen, het gedrag te verbeteren en het welzijn te vergroten.

Een paar tips voor de hond:

1. Maak een vaste routine voor elke dag. Een routine die je kunt volhouden als je weer aan het werk bent. Vaste momenten om te gaan wandelen, vaste momenten om te eten en vaste momenten voor spel. Dit betekent dan ook dat een deel van de dag de hond geen aandacht krijgt, dat is helemaal niet erg. Honden kunnen zichzelf goed bezighouden en honden hebben rust en slaap nodig. Neem de hond dus ook niet tussendoor even mee naar de winkel.
2. Maak van het eten voor de hond een zoekspel, het liefst drie of meer keer per dag. Probeer de voerbak niet meer te gebruiken. Maak gebruik van voer-puzzels, verstop het eten tussen handdoeken of tussen speeltjes en laat je hond ernaar zoeken. Kijk goed of je hond het leuk vindt.
3. Zorg voor een eigen plek van de hond, bijvoorbeeld een mand of een bench die open staat. Let op dat dit een rustige plek is zonder tocht. Maak het een fijne plek voor de hond met dekens en speeltjes. Zorg er voor dat de hond ook altijd iets heeft waarop hij/zij kan knagen en kauwen.
4. Geef de hond geen aandacht als dit buiten de routine valt. In het begin zal de hond extra zijn/haar best gaan doen om aandacht te krijgen. Dat hoort erbij, de hond leert vanzelf dat dit niet het juiste moment is, als hij/zij dan geen aandacht krijgt. Zorg wel voor voldoende geplande aandacht bij punt 1.
5. Let op met het geven van extraatjes tussendoor, overgewicht vermindert de conditie en de bewegingsvrijheid van de hond en leidt uiteindelijke tot extra fysieke schade.
6. Als de hond slaapt, stoor hem/haar dan niet.

Een paar tips voor kat:

Om te beginnen, een kat is heel goed in het verbergen van ziekte of stress. Het is dus niet altijd duidelijk zichtbaar of een kat lijdt onder de situatie. Een kat die zich niet fijn voelt, kan dat op allerlei manieren tonen: door meer bij je te willen liggen en te snorren, door overal kopjes aan te geven, door meer te gaan krabben, of juist door zich te verstoppen. Houd, juist bij de kat, oog voor subtiele gedragsveranderingen.
1. De meest katten houden van rust, ze slapen veel en vinden het heerlijk om gewoon naar buiten te kijken. Laat ze met rust en verstoor niet waar ze mee bezig zijn.
2. Zorg voor vaste contactmomenten op de dag om te spelen en/of te knuffelen. Veel katten vinden het leuk om te spelen met hengeltjes, achter voerbrokjes aan te rennen en menig kat laat zich trainen. Zorg dat je het schema ook kunt volhouden als je weer meer van huis bent.
3. Zorg voor voldoende plekjes in huis waar de kat zich kan terugtrekken, het liefst op hoogte en graag lekker warm. De meeste katten houden van kartonnen dozen. Zo nu en dan een nieuwe doos plaatsen kan de nieuwsgierigheid van de kat wekken, wat bijdraagt aan het welzijn van de kat.
4. Veel katten vinden het leuk als hun voer wordt verstopt in huis, in keukenpapier-rolletjes dichtgestopt met een prop keukenpapier of plastic bekertjes. Verspreid de voermomenten uit over de dag. Liever drie keer weinig voer dan één keer veel.
5. Let op met het geven van extraatjes tussendoor, overgewicht vermindert de conditie en de bewegingsvrijheid van de kat en leidt uiteindelijke tot extra fysieke schade.
6. Als de kat slaapt, stoor hem/haar dan niet.

Let op:

Dit zijn algemene tips, het kan goed zijn dat ze niet passen voor jouw hond en/of kat. Houd je dier goed in de gaten en roep tijdig professionele hulp in als probleemgedrag ontstaat, reeds aanwezig is, en zeker als dit zich verergerd.

Het lukt me niet om zonder cookies te werken, het zijn er zo min mogelijk en ze zijn anoniem.

FearFree professional